Diuretica (plaspil)
plaspillen zijn pillen die er voor zorgen dat je meer gaat plassen. Als je meer gaat plassen, verlies je meer vocht wat bij hartfalen je hart kan ontlasten. De hoeveelheid bloed neemt af, waardoor de bloeddruk daalt. Doordat de bloeddruk daalt hoeft het hart minder kracht hoeft te gebruiken als het pompt. Het nadeel van het meer urineren is dat er ook meer calcium word uitgescheiden en calcium is goed voor het hart. Om calcium te sparen zijn er speciale plaspillen.  Plaspillen worden vaak voorgeschreven samen met bloeddrukverlagers.

Het medicijn word in pil vorm gegeven die oraal ingenomen moet worden. Wanneer je gebruikt maakt van de volgende 7 stappen is het innemen van de pil het makkelijkste en toegankelijkste voor ieder.

1 pak een glas met water

2 neem een slok met water en slik het door.

3 leg de tablet op midden van je tong.

4 pak een slok water

5 buig je hoofd naar voren.

6 slik het water met tablet door.

7 pak daarna nog een slok water.

Observatie die je doet om bij de zorgvrager die aangeeft dat medicijn zijn werk doet.

Bij hartfalen houd het lichaam vocht vast. De client krijgt daarom plaspillen. Deze plaspil heet diuretica. Door plaspillen te gebruiken voert de client meer vocht af. Plaspillen stimuleren de aanmaak van urine in de nieren. Zo word het vocht wat teveel is afgevoerd. Door het verlies van extra vocht zijn de bloedvaten minder vol. Hierdoor daalt de bloeddruk. Je controleert dus tegelmatig het bloeddruk van de client. Ook het hart hoeft minder kracht te gebruiken om het bloed rond te pompen

 

Als de client dan toch nog steeds teveel vocht vasthoud dan moet de client meer plaspillen gebruiken.

Als de client meer vocht verliest dan moet, dan moet de client tijdelijk minder plaspillen nemen. De bijwerkingen van teveel vocht verliezen is diarree, overgeven, veel zweet door koorts of door warm weer.

 

 

Observatie die je doet om bijwerkingen te contrateren.

Doordat de nieren meer urine aanmaken, scheiden ze ook extra kalium af. Kalium is nodig voor een goede prikkelgeleiding in de spieren, waaronder het hart. Kalium is ook nodig voor het hebben van een normale bloeddruk. Bij een kaliumtekort geven de spiercellen van het hart de prikkels minder goed door. Het hart werkt hierdoor minder goed.

Kalium komt bijna voor in alle voedingsmiddelen. Belangrijke bronnen waar kalium in zit zijn aardappelen, brood, zuivel, vlees, vleeswaren en groente. In Nederland is geen dagelijkse hoeveelheid kalium opgesteld. De aanbevelingen in Europa zijn van 3100 – 3500 mg kalium per dag.

 

De bijwerkingen van plastabletten komen vaak door een tekort aan kalium. Hierdoor kunnen de volgende klachten optreden:

  • spierpijn of -zwakte in de bovenbenen en armen
  • ernstige vermoeidheid
  • hartkloppingen
  • heftige buikklachten

Je controleert dus regelmatig bij de client of ze één van de bijwerkingen hebben. Je doet dit doormiddel van vragen te stellen over de bijwerkingen en het observeren van de client. Als  de client één van deze bijwerken krijgt. Dat kan ook pas na weken of maanden raadpleeg dan altijd de arts. Bij kalium te kort geeft de arts meestal kaliumsparende plastabletten erbij.